Gynaecomastie
Een vergrote borstklier of gynaecomastie komt voor bij mannen ten gevolge van meerdere oorzaken. Er kan zowel overtollig klierweefsel als vetweefsel aanwezig zijn. De behandeling gebeurt door resectie van het klierweefsel en/ of liposuctie.

Voor wie is deze procedure geschikt?
Een vergrote borstklier of gynaecomastie is een aandoening die bij mannen voorkomt ten gevolge van hormonale onbalans, bepaalde medicijnen, of een onbekende oorzaak. Gynecomastie moet onderscheiden worden van adipomastie, wat een ophoping van vetweefsel betreft en vaker voorkomt. Bij gynecomastie wordt vaak een gedetailleerd onderzoek, zoals een echografie, uitgevoerd om de oorzaak te achterhalen en eventueel tumoren uit te sluiten, vooral bij oudere mannen en recent optreden van de klachten.
Wat is het verloop van de ingreep?
De ingreep richt zich op verminderen van het borstvolume door middel van een chirurgische verwijdering van de klier (glandulaire vormen) of liposuctie (vetweefsel vormen). In gevallen van gemengde vormen wordt vaak een combinatie van beide technieken toegepast. Het verwijderen van de klier kan veelal via een incisie onder de tepel. Wanneer er sprake is van een bijzonder grote klier, kan het nodig zijn om ook een huidverkleining uit te voeren, wat leidt tot littekens rond de tepelhof en onder de borst.
Tijdens de ingreep kan een drain worden geplaatst om bloed- en lymfevocht af te voeren en ophoping in het operatiegebied te voorkomen. De ingreep wordt altijd uitgevoerd onder algemene anesthesie en vindt doorgaans plaats in dagbehandeling.
Wat is de nazorg?
De nazorg na de operatie is essentieel voor een goed herstel. De meeste patiënten ervaren de eerste drie dagen na de operatie wat blauwe plekken en lichte zwelling. Pijn kan beheerd worden met voorgeschreven pijnstillers. Het dragen van een compressiekleding (gaine) gedurende vier weken wordt aanbevolen om het herstel te bevorderen en de huid te ondersteunen.
Een follow-up afspraak wordt meestal gepland 2 weken na de operatie om het genezingsproces te controleren en indien van toepassing het resultaat van het pathologisch onderzoek te bespreken. De meeste patiënten kunnen hun dagelijkse activiteiten na 1 tot 2 weken hervatten, maar het is raadzaam om gedurende 24 tot 48 uur na de ingreep niet te rijden. Fysieke inspanningen moeten gedurende 1 tot 2 maanden vermeden worden om complicaties te voorkomen.
Wat zijn de complicaties?
Zoals bij elke chirurgische ingreep kunnen er risico’s en complicaties optreden. Deze omvatten onder andere:
- Blauwe plekken, zwelling, bloeding en infectie
- Verlies van gevoel in de huid of tepel
- Slechte wondgenezing
- Overtollig vochtophoping (seroom) of hematoom
- Necrose van de huid, borstklier of tepelhof
- Onvolmaakte resultaten of asymmetrie
Hoewel deze complicaties zeldzaam zijn, worden ze vooraf met de patiënt besproken tijdens het consult en kunnen ze afhankelijk van de ingreep variëren. Het is belangrijk om alle nazorginstructies van de arts nauwgezet op te volgen om het risico op complicaties te minimaliseren.